1. Home>
  2. Nieuws>
  3. Arbeidsrecht>
Aula

Wel of geen studiekosten terugbetalen?

Als werkgever vind je het belangrijk dat je werknemers zich blijven ontwikkelen, zodat hun vaardigheden en kennis aansluiten op hun werk. Hiervoor kun je bijvoorbeeld je werknemers een cursus, training of opleiding laten volgen. Dan rijst vaak al snel de vraag, wie betaalt deze studiekosten?

    Wat staat er in de wet?

    Sinds 1 augustus 2022 moet je als werkgever scholing die verplicht is op basis van de wetgeving of CAO kosteloos en onder werktijd aanbieden. Als er geen verplichting bestaat om scholing aan te bieden op basis van de wetgeving of een CAO, dan kunnen werkgever en werknemer onderling afspraken maken over de studiekosten. In een studiekostenovereenkomst maak je afspraken met de werknemer over het terugbetalen van de studiekosten als de werknemer binnen een bepaalde periode na afronding van de opleiding de werkgever verlaat, de opleiding niet afrondt, de opleiding vroegtijdig stopt of als de werknemer meer dan één herkansing nodig heeft om de opleiding met goed gevolg af te ronden.

    Rechterbank Rotterdam: werknemer hoeft studiekosten niet terug te betalen

    Recent heeft de Rechtbank Rotterdam geoordeeld dat een werknemer de studiekosten van € 8.416,82 niet terug hoeft te betalen, omdat de werkgever de werknemer vooraf niet voldoende heeft gewezen op de financiële consequenties.

    Wat speelde er? Werkgever (een uitzendbureau) en werknemer sluiten een studiekostenovereenkomst voor een rijopleiding. De werknemer rondt de opleiding met succes af, waarna de werkgever de opleidingskosten voor zijn rekening neemt. Hierna sluiten partijen een uitzendovereenkomst, voor een opdracht bij een inlener voor 8 uur per week. Na 2 maanden beëindigt de werknemer de uitzendovereenkomst. De werkgever wijst de werknemer op de opleidingskosten die hij gedeeltelijk moet terugbetalen als hij ontslag neemt. Desondanks neemt de werknemer ontslag. De werknemer krijgt dan te horen dat hij € 8.416,82 aan studiekosten moet terugbetalen. De werknemer betaalt deze kosten niet, waarna de werkgever naar de kantonrechter stapt.

    De kantonrechter oordeelt dat de opleidingsovereenkomst op zichzelf rechtsgeldig is, omdat deze voldoet aan de wettelijk eisen:

    1. In de overeenkomst staat wat de baatperiode is (de periode waarin de werkgever profijt zal hebben bij de door de opleiding opgedane kennis en vaardigheden, namelijk 4160 uur).
    2. Ook is sprake van een glijdende schaal, de verplichting van de werknemer tot terugbetaling van de opleidingskosten moet evenredig worden afgebouwd, met sprongen van steeds 25%, van 100% naar 0%.

    De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken bijkomende voorwaarden gesteld voor een geslaagd beroep op een studiekostenovereenkomst. Eén van deze voorwaarden is dat de gevolgen van de verplichting tot terugbetaling voor de werknemer duidelijk moeten zijn.

    Oordeel kantonrechter

    In de studiekostenovereenkomst staat dat de opleidingskosten maximaal € 10.000,-- zullen bedragen. De kantonrechter vindt dit onvoldoende gespecifieerd, omdat het voor de werknemer pas na ontslagname duidelijk werd dat de totale opleidingskosten € 8.416,82 zouden zijn.  De werkgever had de kosten duidelijk(er) in de studiekostenovereenkomst moeten opnemen, door een specificatie van het voor de werknemer gekozen lespakket en daarmee het geldende minimumbedrag en eventuele kosten voor herexamens.

    Daarnaast had de werknemer eigenlijk geen keuze in het wel of niet accepteren van de studiekostenovereenkomst. Als de werknemer in aanmerking wilde komen voor de functie waarop hij solliciteerde, moest hij eerst de rijopleiding volgen. Ook had de werknemer geen zekerheid dat hij deze opleidingskosten binnen een redelijke termijn van zijn loon zou kunnen terugbetalen, omdat hij slechts een uitzendovereenkomst van 8 uur kreeg aangeboden. Als de werknemer daadwerkelijk 8 uur per week zou werken, dan zou hij pas na bijna 8 jaar een bedrag van € 10.000,- (bruto) hebben verdiend. Het lag volgens de kantonrechter daarom op de weg van de werkgever om de werknemer duidelijk te wijzen op het risico dat hij liep. Een mondelinge toelichting, zoals de werkgever stelt te hebben gegeven, is daarvoor onvoldoende. De werkgever had de consequenties duidelijk voor de werknemer op papier moeten zetten, bij voorkeur voorzien van rekenvoorbeelden. Dat heeft de werkgever niet gedaan, waardoor de werkgever niet heeft voldaan aan haar verplichting om de werknemer te wijzen op de (grote) financiële risico’s die hij liep.

    De werkgever kan daarom geen geslaagd beroep doen op de terugbetalingsverplichting uit de studiekostenovereenkomst, de kantonrechter wijst de vordering van de werkgever af.

    Tips voor een studiekostenovereenkomst:

    • Controleer of de opleiding valt onder de wettelijke of bij CAO verplicht gestelde scholing;
    • kom een schriftelijk studiekostenovereenkomst overeen;
    • neem in de overeenkomst de periode op gedurende welke je als werkgever geacht wordt baat te hebben bij de door de werknemer tijdens zijn studie opgedane kennis en vaardigheden;
    • bepaal in de overeenkomst dat de werknemer de studiekosten en/of het loon over de duur van de studie, moet terugbetalen, als de arbeidsovereenkomst tijdens de studie of direct daarna wordt beëindigd;
    • de terugbetalingsverplichting moet evenredig in tijd afnemen;
    • de gevolgen van de verplichting tot terugbetaling moeten voor de werknemer duidelijk zijn geweest.

      Vragen, of hulp nodig?

      Heb je vragen over dit onderwerp? Plan een gratis digitaal kopje koffie in of mail ons op taxandlegal_nl@sdworx.com.