Bovenwettelijke uren versus wettelijke uren
Allereerst is het van belang om onderscheid te maken tussen wettelijke en bovenwettelijke uren. Een werknemer heeft minimaal recht op het in de wet genoemde aantal vakantiedagen. Dat is per jaar viermaal de afgesproken arbeidsduur per week (bij een fulltime dienstverband van 5 dagen per week, zijn dit 20 vakantiedagen per jaar). Ben je benieuwd hoe je het meest uit je vakantiedagen kunt halen? Lees dan ook onze blog over ‘Zo tover je 25 vakantiedagen om in 56 vrije dagen”. Naast deze wettelijke vakantiedagen kun je als werkgever ervoor kiezen, of op grond van een CAO ertoe verplicht zijn werknemers extra vakantiedagen toe te kennen. Deze dagen worden bovenwettelijke vakantiedagen genoemd. Tot slot heb je ook nog verlof voor bijzondere gebeurtenissen, zoals geboorteverlof. Dit wordt bijzonder verlof genoemd en staat los van het (boven)wettelijk verlof.
Vakantiedagen meenemen: wanneer vervallen en verjaren vakantiedagen
Wettelijke vakantiedagen vervallen in beginsel zes maanden na afloop van het jaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd. Dit betekent dat de in 2019 opgebouwde wettelijke vakantiedagen vervallen op 1 juli 2020. De korte vervaltermijn is bedoeld om werknemers te stimuleren om de wettelijke vakantiedagen op tijd op te nemen.
Een uitzondering is van toepassing, indien de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest de wettelijke vakantiedagen binnen de termijn op te nemen. Een voorbeeld is een langdurig zieke werknemer die te ziek was om vakantie op te nemen. In dat geval geldt voor deze dagen een verjaringstermijn van vijf jaar.
Bovenwettelijke vakantiedagen verjaring vindt plaats vijf jaar na afloop van het jaar waarin de vakantiedagen zijn opgebouwd. De in 2019 opgebouwde bovenwettelijke uren verjaren dus op 1 januari 2025.
Verschil vervallen en verjaren
Er is een verschil tussen het vervallen en verjaren van vakantiedagen. Een verjaringstermijn (in tegenstelling tot een vervaltermijn) kan namelijk door de werknemer worden gestuit. Dit betekent dat de werknemer de verjaringstermijn kan verlengen door een schriftelijke verklaring aan de werkgever, waarin hij aangeeft dat hij zijn recht om de bovenwettelijke uren op te nemen wil behouden. Vanaf het moment van deze verklaring start een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar.
Uitspraak: werkgever moet werknemer inlichten en waarschuwen
In deze uitspraak bevestigt het Europese Hof van Justitie dat vervaltermijnen voor vakantiedagen acceptabel zijn, mits de werknemer daadwerkelijk de mogelijkheid heeft gekregen van zijn werkgever om vakantie op te nemen.
Het Hof voegt hier aan toe dat de werkgever zijn werknemers niet hoeft te verplichten vakantie op te nemen, maar wél op nauwkeurige wijze en tijdig moet informeren over het (aanstaande) verval van de vakantierechten. Dit zodat de werknemer hier desgewenst nog tijdig gebruik van kan maken. De werkgever zal moeten bewijzen of hij dit daadwerkelijk heeft gedaan.